losgewoeld uit de klitten van mijn warhoofd
zeven keer overnieuw desnoods tot
mijn vingers bloeden van het pogen
Elke slag elk woord elke zin elke streng
trekt me dieper binnen in jouw
verstrengelde levensdrift onuitspreekbaar
wat de vingers niet knopen en schrijven
Oren geen gedicht de ogen geen vlecht
alles wat we voor elkaar zijn is zo broos
en hoe mooi je bent blijft ongehoord
ongezien tasten we elkaar af
En we zoeken fluisterend en kriebelend
onze losse eindjes aan elkaar te knopen
de haren los de woorden ongeordend
rebellen zijn we van ongevormde passie