bent de enige die er nog menselijk uitziet;
wij die gezond zijn, ingepakt,
ontmenselijkt in schijngestalte.
Hier heerst de angst en de onwerkelijkheid:
je wordt omfladderd
door bizarre wezens uit de onderwereld.
Je schreeuwt, weert af, hijgt zwaar,
bent verward door wat je ziet:
de nachtmerrie van een doodsstrijd
wreed geënsceneerd in real-time
wegwerpmaterialen.
Dit is Jeroen Bosch twee-punt-nul:
de pestmeester postmodern, het vogelmasker
vervangen door spatbril en mondkap.
het moet het moet het moet het...
Maar waar is je troost?
Kun je vleugels knippen uit
een disposable schort?
herken je de vervormde stem
van je kleinzoon door de speaker?
Die pestvogel die tweemaal daags je hand
geschoeid beetpakt en je wang
rubberig streelt,
snap je dat het je dochter is?
Waar is je troost?
Waar ben ik?
Een leven lang heb je je afgevraagd
hoe je sterven zou zijn,
als jonge meid luchtig,
als moeder bezorgd,
als oude vrouw soms berustend,
maar nooit zal je – al werd je nog zo oud –
zo’n draconische fantasie hebben gehad,
dan te sterven in isolatie.