bij nacht, aan de hervormde kerk,
wier toren eeuwen hoog in 't zwerk
Den Hoorn tot baken gaf het Diep,
bezoek ik 't oude kerkhof, waar
men zelden zijn vakantie viert,
daar dood en graf de schik verstiert
van campinggast en makelaar.
Toch waan ik mij hier op mijn plek
als ik mijn huurfiets tegen 't hek
der dodenakker achterlaat
en 't schimmenrijk stil binnentrek
waar d'engel wacht tot ik ontdek
dat eeuwig vrije tijd bestaat.