in een killer getij dat – naar men zegt –
heel schilderachtig is en
poëtisch bovendien
zie die kleuren snuif de geuren op
warm en vol verzadigd zoel
maar het zijn de sirenen
van afbraak rotting dood
een natuur die nergens om geeft
dan om zichzelf – verkwistig –
voort te planten
het valse bericht
mythische herleving in de lente
maar het is niet meer dan opvolging
prozaïsch.
voorlopig is er enkel het verval
en onze voorbarige woorden
dat het zal dooien
hoezeer zijn verwachting
en verlangen
verward