en leek nooit meer te wijken.
Kristallijn bevroor mijn hart en
langzaam stolde het verlangen
dat mijn ziel onzichtbaar deed dansen,
als de roestige muziekdoosdanseres
knerpend tot stilstand gekomen.
Alle melancholieke liederen die
een ziel de eeuwigheid beloofden,
gestorven in kille hersensneeuw.
Maar de sneeuw die ligt er wel
en lijkt nooit meer te wijken.
Waarom doem jij nu niet op uit de ijzel?
Leg toch je hand tegen mijn wang,
reanimeer mijn verlangen.