zelf de schil als grens tussen
zijn en niet-zijn absoluut is die
onzichtbaar de geur grensoverschrijdend
Oppervlak zichtbaar als geur geroken
buiten het wezen toch kenbaar maar
ik dring niet door tot de mandarijnse
essentie zolang ik niet slik
Ieder partje is zichzelf genoeg
zou een hemel vol kunnen laten
groeien en beheersen en stralen
Een mandarijnenwalhalla waarin
geen plaats is voor rotting pitloosheid
en hen die alleen maar ruiken en zien