pook het vuur op - de meesterproef
en bouw die kathedralen in
vrome ijver de timmerlieden
Het gewelf moet hoger reiken
gebrandschilderd glas stralender
en priesterkoor luisterrijker dan
die in de halfheidense buurstad
Intussen in de eeuwigheid likt
Christus zijn wonden en kijkt neer
op het ijdel gekrioel mierengeloof
Hier en daar stort een toren in
roepen mieren de Gespijkerde aan
in peilloos verdriet zonder rancune