achttien jaar zit ik hier,
en ik ben er
gotverdomme
niks
mee
opgeschoten!
Geen klote!
Je keek geïntimideerd rond toen je
vier dagen geleden hier kwam wonen.
Elke strontdag is hetzelfde.
En elke dag die rotkop van jou,
daar spuug ik op! Weet je dat?
Langzaam lach ik, een beetje zuur, een beetje
professioneel.
Want ik ben ingewijd in het grote geheim,
en jij bent publiek, klapvee
dat door ons in de maling wordt genomen.
Wij kennen de werkelijkheid, ondoordringbaar
voor jullie soort.
Waarom?
Omdat ik niet kan doordringen in jóuw geheim.
Daarom.
Jouw wereld, die magische, is onbereikbaar
voor ons soort.
Verdwaald in de strontdagen
van een sprookjesboek met lege bladzijden.
Woedend scheur je ze steeds uit de kaft,
sneller en woester.
Maar het boek wordt alleen maar dikker.
Meer leegte, meer verwarring.
Intussen neem ik je als een roofdier op
terwijl mijn professionele rotkop rapporteert:
Onrustmedicatie instellen.